Deelmobiliteit kan een belangrijke rol spelen in de mobiliteitstransitie, maar het brengt ook nieuwe uitdagingen en vraagstukken met zich mee. Tijdens het HIVE MIND-event gingen verschillende sprekers, afkomstig uit de markt, overheid en wetenschap met elkaar in gesprek. De conclusie? Er is meer samenwerking, onderzoek en een integrale aanpak nodig om deelmobiliteit een boost te geven.
Uitdagingen
Deelmobiliteit kan in potentie bijdragen aan oplossingen voor grote uitdagingen op het gebied van bereikbaarheid, ruimtelijke inrichting van steden en CO2-reductie. Van belang is wel dat overheden, bedrijven en onderzoekers gezamenlijk aan de slag gaan met de uitdagingen die deze ontwikkelingen met zich meebrengen.
Onder leiding van Betty de Boer, voorzitter van Green Deal Autodelen II, gingen Janet Veldstra (Rijksuniversiteit Groningen), Erik Meems (Century Autogroep), Sandra Knoop (Regio Groningen-Assen) en Stijn Ringalda (gemeente Groningen) op 22 maart jl. met elkaar in debat. Want hoe krijg je deelmobiliteit ook buiten het stedelijk gebied van de grond? Hoe zorg je voor voldoende vraag? Hoe laat je deelmobiliteit concurreren met het privégebruik van een voertuig? En welke rol spelen de verschillende partijen binnen deelmobiliteit?
Verschillende aanbieders
Er werd onder meer gesproken over een veelvoud aan aanbieders van deelmobiliteit in steden en wat dit betekent voor de klant, de reiziger, en voor de overheid. Voor de klant zou gebruiksgemak bovenaan moeten staan en zou het niet moeten uitmaken welke aanbieder jou een voertuig levert. Aan de andere kant is de markt voor bijvoorbeeld deelauto’s nog volop in ontwikkeling. De markt investeert nu nog enorm, waardoor het voor de aanbieders nu nog te vroeg kan zijn om naar één app te gaan waar reizigers kunnen kiezen uit alle aanbieders.
Privébezit
Een ander vraagstuk is of mensen het belangrijk vinden om een eigen auto te bezitten. Er wordt ingezet op deelmobiliteit als een mogelijk alternatief voor privébezit van voertuigen. Echter, het stimuleren van gebruik van deelauto’s zal moeilijker zijn bij mensen die al een eigen auto bezitten, dan bij jongeren die nog geen eigen auto hebben en ook minder belang hieraan lijken te hechten. Voor beide doelgroepen zou er beter en meer gecommuniceerd moeten worden over de beschikbaarheid en mogelijkheden van deelmobiliteit in de buurt.
Nieuwe woonwijken
Met de grote vraag aan nieuwe woningen, rijst ook de vraag hoe bij de bouw van nieuwe woonwijken omgegaan moet worden met mobiliteit. Verschillende sprekers zien kansen om deelmobiliteit te bevorderen, door bij de ruimtelijke inrichting hier al op in te zetten. Gewoontegedrag is moeilijk te doorbreken. Momenten om gedrag te veranderen, zijn momenten als een verhuizing. Je gaat dan bijvoorbeeld je reisgedrag heroverwegen. Nieuwe wijken, bieden daarom ook nieuwe kansen. Voor gemeenten dus een belangrijk moment om met de bewoners van nieuwe wijken in gesprek te gaan.
Fijnmazig stelsel van hubs
Om deelmobiliteit echt van toegevoegde waarde te laten zijn voor inwoners, moet het slimmer ingericht worden. Zowel in nieuwe wijken, als in bestaande. Een fijnmazig stelsel van hubs gelegen op loopafstand van ieders voordeur werd door diverse sprekers genoemd als ideaalbeeld. Op deze hubs zou dan wel een breed palet van verschillende deelvoertuigen te vinden moeten zijn. Er dient rekening gehouden te worden met de behoeften van verschillende doelgroepen, zoals ook jonge gezinnen, en de verschillende momenten waarop zij willen reizen.
Ook buiten steden kan deelmobiliteit een rol spelen, bijvoorbeeld ter vervanging of als aanvulling op het ov. Een gezamenlijke aanpak vanuit zowel de overheid als vanuit de markt is wel nodig, om vanuit aanbod de vraag te stimuleren en te faciliteren.
Gezamenlijke aanpak
Na een levendige, interactieve discussie, was de conclusie van deze middag dat er meer onderzoek gedaan moet worden naar het gedrag en de behoeften van inwoners. Ook moet de overheid een actief stimulerende rol spelen en is er een integrale aanpak met hubs nodig om deelmobiliteit inclusief en succesvol te maken.