Het ATO-systeem trekt uit zichzelf op en remt en stopt op de juiste locatie. Daarnaast is de verwachting dat ATO een positief effect heeft op duurzaamheid en punctualiteit.
Uniek: testenritten mét reizigers
De provincie Groningen, ProRail, Stadler en Arriva voeren samen sinds september 2018 diverse tests uit met automatisch bestuurde treinen. Na een aantal fases met nachtelijke testen zonder reizigers was het ATO-systeem er klaar voor om met testreizigers te rijden.
Testresultaten en vervolg
Uit de uitgevoerde testen blijkt dat door Automatic Train Operation (ATO) meer treinen over het bestaande spoor kunnen rijden. Dat komt doordat deze automatisch bestuurde treinen punctueler rijden. Ook ervaren reizigers maar een klein verschil. Lees hier meer over de onderzoeksresultaten.
Vervolgonderzoek is nodig om meer inzicht te krijgen in de voordelen. De organisaties willen de basisfuncties verder verbeteren en meer inzicht krijgen in op dienstregeling rijden en energieverbruik.
Grade of Automation
De testen worden uitgevoerd op GoA level 2 (Grade of Automation). Je kunt dit level vergelijken met een soort van ‘automatische piloot’, waarbij de trein in principe zelf rijdt, maar de machinist de verantwoordelijkheid heeft en houdt over de trein.
Testen automatisch treinen rangeren in Groningen
In 2023 is NS met de eerste fase gestart van experimenten met het automatisch rangeren van treinen tussen Groningen en Groningen de Vork. NS onderzoekt wat automatisch rangeren kan betekenen in het rangeerproces, bijvoorbeeld bij het voorbrengen en rangeren van treinen en het op afstand combineren en splitsen van treinen zonder reizigers.
De experimenten met automatisch rangeren doet NS in samenwerking met ProRail en de provincie Groningen. De trein, bemenst door een testmachinist, wordt bestuurd op afstand vanuit Zwolle waar een zogenoemd remote centrum is ingericht. NS doet de experimenten heel bewust samen met machinisten om inzicht te krijgen in het samenspel tussen technologie en machinisten en hoe deze elkaar kunnen versterken. De testen vinden plaats zonder reizigers in de trein.
Vragen die op het rangeerterrein in Groningen onderzocht worden, zijn bijvoorbeeld wat geautomatiseerd rangeren kan betekenen voor de snelheid van het rangeerproces, de tijdsbesteding van medewerkers, operationele processen, veiligheid en duurzaamheid.
Samen met Europese partners
De testen die NS op dit moment uitvoert met automatisch rangeren lopen vooruit op een vergelijkbare serie experimenten die NS en ProRail samen met Europese partners uit zullen voeren. Sinds 2022 neemt NS als gezamenlijke founding member met ProRail en met 24 andere Europese partners deel aan het Europe’s Rail Joint Undertaking (ERJU) programma. In dit programma gaan vanaf 2024 de experimenten met ATO RD (Remote Driving) verder. Het ERJU programma loopt door tot 2031.
Over de vijf fieldlabs voor autonoom vervoer
Weg, lucht, spoor, water en buis (‘hyperloop’): in Noord-Nederland krijgen alle modaliteiten een eigen fieldlab voor autonoom vervoer. De regio wordt daardoor de eerste echte hub voor autonoom vervoer in Europa. Autonoom vervoer moet onder meer zorgen voor betere bereikbaarheid en leefbaarheid van zowel stedelijk als landelijk gebied en zorgt zowel voor vermindering van de uitstoot als van het brandstofverbruik.
Het doel van de fieldlabs is dat via testen en opschalen wordt toegewerkt naar zowel certificering als brede inzet van autonoom vervoer in de dagelijkse praktijk. Daarbij worden er ook opleidingen en onderzoek aan de fieldlabs gekoppeld om de kennis duurzaam te borgen en door te geven en om voldoende talent te ontwikkelen.
De fieldlabs zijn praktijkgerichte testlocaties, waar verschillende partijen (overheden, bedrijven en kennisinstellingen) samen ontwikkelen, kennis uitwisselen en testen. Er komen in ieder geval fieldlabs bij het nieuwe Hive Mobility Center op de Zernike Campus in Groningen (weg, lucht en algemene zaken), op Groningen Airport Eelde (lucht), de Eemshaven (water) en het spoortraject tussen Buitenpost en opstelterrein De Vork (spoor). Later wordt het European Hyperloop Center (buis) toegevoegd als fieldlab. Daarbij vindt er ook uitwisseling plaats tussen de fieldlabs en kunnen de modaliteiten ook testen en ontwikkelen op elkaars fieldlab. Er is bijvoorbeeld al gereden op de airstrip van de airport en met drones gevlogen op Zernike en in de Eemshaven.
De inzet van een NPG-subsidie heeft deze verschillende fieldlabs mede mogelijk gemaakt.