Elke maand stellen wij 5 vragen aan één van onze partners. Lees hieronder wat ze precies doen, hoe belangrijk mobiliteit en innovatie voor hen is en hoe zij de toekomst van mobiliteit zien.

Deze keer stelden wij 5 vragen aan prof. dr. Jos Arts, Hoogleraar Milieu- en Infrastructuur Planning bij de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en sinds kort lid van het Bestuurlijk Overleg van Hive.Mobility.
Organisatie: Rijksuniversiteit Groningen
Aantal medewerkers: 5.500
Kun je iets meer vertellen over jouw functie binnen de RUG?
Ik ben hoogleraar Milieu- en Infrastructuur Planning en daarnaast hoofd van de vakgroep Planologie. We houden ons bezig met onderzoek en onderwijs over de planning van wonen, energie, water, milieu, transportinfrastructuur, mobiliteit en logistiek. Daarbij gaat het om de fysiek-ruimtelijke kant, denk aan het ruimtelijk ontwerp, medegebruik en de duurzame (her)ontwikkeling. Daarnaast is ook de sturing en samenwerking tussen overheden, het bedrijfsleven en burgers (de institutioneel-organisatorische kant) van belang en hoe die twee dimensies op elkaar ingrijpen (monitoring, evalueren, bijsturen). Met andere woorden: het gaat over de interactie tussen de fysieke ruimte en de bestuurlijke ruimte, tussen transportnetwerken en actornetwerken, tussen ruimtelijk ontwerp en institutioneel/beleidsontwerp.
Welke uitdagingen op het vlak van mobiliteit onderzoeken jullie zoal?
In ons onderzoek richten we ons vooral op de interactie tussen ruimtelijke ontwikkeling en transport. Denk bijvoorbeeld aan de duurzame ontwikkeling van mobiliteit en logistieke hubs, niet alleen in een stad maar ook in het ommeland. Dit gaat over vragen als: wat zijn de sociale en milieu-effecten van de ontwikkeling van mobiliteit en transportinfrastructuur? Hoe houd je het platteland bereikbaar en leefbaar (transportarmoede)? Hoe kunnen we mobiliteit, infrastructuur en ruimtelijke ontwikkeling goed afstemmen, rekening houdend met alle belangen (inclusiviteit)? Hoe doe je eigenlijk integrale gebiedsontwikkeling? Hoe creëer je samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en burgers? Hoe verbind je de schaalniveaus van de last-mile lokaal met die van de stadregio en die van de (inter-)nationale corridors?
En welke mobiliteitsinnovaties volgen jullie nauwgezet?
We volgen allerlei innovaties en dan vooral hun ruimtelijke en maatschappelijke effecten: deelmobiliteit, alternatieve brandstoffen (elektrificatie, waterstof), automatisch rijden, nieuwe modaliteiten (e-bike, hyperloop), maar ook innovatieve organisatie- en institutionele benaderingen. Bij dit laatste kan gedacht worden aan een publiek-private samenwerking, innovatieve aanbestedings- en contractvormen, co-creatie en integrale planvorming.
De toekomst van mobiliteit: hoe hoop je dat die er uit gaat zien?
Duurzaam, dus een toekomst met oog voor kwetsbare belangen (van mens en natuur) en volgende generaties. Slimme mobiliteit gaat niet alleen over techniek – zoals elektrisch rijden, waterstof, automated driving, Mobility as a Service (MaaS), drones, hyperloops, e.d. – maar gaat vooral ook over gezond verstand. Tijdig maatschappelijke partijen betrekken en integraal belangen afwegen. Slim ruimtelijk ontwerpen zodat je onnodige mobiliteit voorkomt, negatieve sociale- en milieueffecten beperkt, gezondheid versterkt en zoveel mogelijk maatschappelijke meerwaarde creëert van investeringen in transportinfrastructuur, mobiliteit en logistiek.
Wat hoop je als partner van Hive.Mobility te brengen en te halen binnen het netwerk van Hive?
Een brede, inclusieve blik. Daarnaast hoop ik aandacht voor de ruimtelijke en maatschappelijke gevolgen in te brengen en de technische, fysiek-ruimtelijke wereld met de wereld van beleid en organisatie te verbinden. Wat ik hoop te halen (en ook al zo ervaar) is kennis van de lokale en regionale ontwikkelingen op het gebied van transport, infrastructuur en mobiliteit.